22 januari 2025

De achttien dooden

Onlangs bezochten mevrouw Frits en ik het herinneringscentrum Kamp Westerbork. In dit kamp werden tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden opgevangen. Eerst als vluchtelingen, later als gevangenen van het doorgangskamp.
Het centrum bestaat uit twee delen: een museum en het kamp zelf. Om van het museum naar het kamp te gaan, moet je ruim 2 kilometer afleggen. Dat kan met een pendelbus, maar ook wandelend. Twee wandelroutes leiden je van museum naar kamp: een paarse route en een groene route.
Wij liepen heen over het paarse pad, terug namen we het groene pad. Op de terugweg passeerden we een zwerfkei. Hier is het gedicht Het lied der achttien dooden van Jan Campert te lezen. Een indrukwekkend stuk poëzie over de executie van achttien verzetsstrijders.
Jan Campert. Hij maakte met Jan Mulder dagelijks de column CaMu in de Volkskrant. Hij is de vader van schrijver Remco. Jan was vlak voor de oorlog drie jaar getrouwd geweest met Clara Eggink, de (ex-)vrouw van J.C. Bloem.
Enfin.
Indrukwekkend, dat gedicht van Jan R. T. Campert. Ook een goede plek om de eerste strofe van dat gedicht op die plek af te drukken. Op een zwerfkei - Drenthe heeft wel wat met grote stenen. En op de route tussen kamp en museum, tussen herinneren en verder leven. Zoiets.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten