De afgelopen weken heb ik het boek Gesloten Huis van
Nicolaas Matsier gelezen. Herlezen, eigenlijk. Ik kwam een treinkaartje tegen (nog zo'n papieren geeltje) met de datum van 25 september 2010. Vijftien jaar geleden dus. Toen las ik het boek voor het eerst.
Ik kwam het boek op het spoor, nadat ik eerder De Bijbel Volgens Nicolaas Matsier had gelezen. Het boek beviel me wel, en ik wilde daarom ook wat anders van de auteur lezen. Gesloten Huis gaat over drie kinderen - twee zonen en een dochter - die het ouderlijk huis leegmaken na het overlijden van moeder.
De objecten brengen herinneringen naar boven bij de schrijver. Maar ook komt een psychische periode ruimschoots aan bod, een inzinking van de hoofdpersoon. Daar wordt in het tweede gedeelte van het boek uitvoerig bij stilgestaan.
Gesloten Huis is een autobiografische roman. Een roman, dus niet alles klopt helemaal met de werkelijkheid. Maar wel autobiografisch, dus veel elementen kloppen wel degelijk. Zoals de naam van de hoofdpersoon. Dat is niet Nicolaas Matsier, maar Tjit Reinsma. Want zó heet de in Krommenie geboren schrijver en neerlandicus; Nicolaas Matsier is de schrijversnaam van Reinsma.
Vijftien jaar zat er tussen het lezen en herlezen van Gesloten Huis. Ik herinnerde me niets meer van het boek, het was alsof ik het voor het eerst las. Een bijzonder boek. Een goede tip voor een literatuurkring.