zondag 29 oktober 2023

Woutertje Pieterse Prijs

Rik van de Westelaken is de nieuwe juryvoorzitter van de Woutertje Pieterse Prijs. De tv-presentator volgt schrijver Abdelkader Benali op, is zaterdag bekendgemaakt in het NPO Radio 1-programma De Taalstaat.
De naam van deze prijs verwijst naar De geschiedenis van Woutertje Pieters, de tweede roman van Multatuli, de man van de Max Havelaar. Het verhaal gaat over een dromerige en poëtische Amsterdamse jongen, Wouter Pieterse, die opgroeit in een kleinburgerlijk milieu in de Franse tijd. De kleinburgerlijkheid van zijn omgeving en nieuwsgierigheid van Wouter komen vaak met elkaar in botsing, en vormen het hoofdthema van het boek.
Het werk van Thelma Schoon wordt ongetwijfeld niet opgenomen in de lijst met kanshebbers van deze prijs. Schoon is sinds dit weekend de Jonge Theoloog des Vaderlands. De jury roemde haar wijze van presenteren en de theologische doordenking van haar teksten.
Het juryrapport beschrijft Thelma als heel open, eigen en authentiek, nuchter, inhoudelijk, eerlijk, relaxt, sympathiek en goed formulerend. De jury was onder de indruk van Thelma’s plannen en haar vermogen om inhoudelijke theologische inzichten te koppelen aan praktische toepassingen in de samenleving.
Schoon is oud-katholiek. En schrijfster, dus. Net als haar vader, die standaardwerken voor dit kleine kerkgenootschap maakte.
Enfin. Tijd om Woutertje Pieterse maar weer tevoorschijn te halen. Het leuke van zo'n titel-naam, is de oorsprong weer op te halen. Wat ik nu ga doen - ik ben er even niet.

donderdag 19 oktober 2023

Huwelijk

Waar moet ik beginnen? Eerst maar door op te schrijven dat ik de afgelopen dagen niet stil heb gezeten. Als ik dat wel had gedaan, had ik De Bleek kunnen bijwerken. Nu zit ik wel stil, want deze week weer een spreekwoordelijke hobbel genomen.
Dat wil zeggen, volgens Maarten 't Hart zou de afgelopen week een hobbel zijn geweest. Hij heeft wel eens genoteerd dat 'gruwelijk' op 'huwelijk' rijmt. Net als 'afschuwelijk', als ik me goed herinner van een literaire week op de havo.
Maar dat is wel heel cynisch.
Deze hobbel van de afgelopen dagen wil ik niet gruwelijk of afschuwelijk willen noemen. Afgelopen week zijn mevrouw Frits en ik in ondertrouw gegaan. Zo heette dat vroeger - tegenwoordig kom je naar de gemeente om de melding van een voorgenomen huwelijk te doen.
Hetgeen geschiedde. Keurig op tijd meldden we ons bij de stedelijke ambtenarij, om de administratie door te nemen. We wisten wat we moesten meenemen: elkaar, een legitimatiebewijs en kopieën van de getuigen die we hadden benaderd.
De ambtenaar van dienst verontschuldigde zich bij voorbaat. Ze was relatief nieuw in deze gemeente, en ze was een week eerder naar het betreffende kantoor verhuisd. Uiteraard namen we haar niets kwalijk, want het valt ook niet altijd mee als veel dingen nieuw zijn. Ze leidde ons prima door de procedure om ons voorgenomen huwelijk te melden.
Toen we weer buiten stonden, waren we tevreden. Dit was dan maar weer gelukt. Maar we zeiden tegen elkaar dat het mogelijk de spanning van de ambtenaar was, dat we geen koffie kregen aangeboden in het gemeentekantoor. Terwijl we toch langs een koffie-automaat liepen. En we zo'n drie kwartier inpandig waren.
Enfin.
Koffie met gebak hebben we later zelf maar gehaald. We hadden wel wat te vieren, samen.
Toen ik 's avonds voor mijn privé-bibliotheek stond en zocht naar een verhaal of een boek waarin ondertrouw een rolletje speelt, kwam ik dat niet tegen. Misschien heb ik iets over het hoofd gezien. Als dat zo is, duik ik terstond in het verhaal of het boek over ondertrouw.
Eerst mijn eigen ondertrouw vieren. Nee, niet mijn ondertrouw - ónze ondertrouw. Want dit is iets wat je met z'n tweeën moet doen. En moet vieren.



zaterdag 14 oktober 2023

Honderd jaar eenzaamheid

Het was Fernanda, die zich door het hele huis liep te beklagen omdat men haar had opgeleid voor koningin en ze nu geëindigd was als dienstmeid in een huis vol gekken, met een luie, heidense, liederlijke echtgenoot die languit op zijn rug ging liggen wachten tot het brood uit de hemel kwam regenen, terwijl zij haar nieren afbeulde om een huishouden draaiende te houden met niet meer dan speldengeld en ze zoveel te doen had en, vanaf het moment dat God de dag liet komen tot aan bedtijd toe, zoveel moest verdragen en tegen zoveel dingen moest waarschuwen, dat ze met haar ogen vol gemalen glas in bed plofte en toch had niemand ooit goedemorgen, Fernanda, tegen haar gezegd of heb je goed geslapen, Fernanda, en nog nooit hadden ze haar gevraagd, al was het maar uit beleefdheid, waarom ze toch zo bleek zag of waarom ze ’s morgens opstond met die paarse kringen onder haar ogen, ofschoon ze zoiets natuurlijk niet verwachtte van een familie die haar per slot van rekening altijd als een blok aan het been had beschouwd, een oude pannelap, niet meer dan een poppetje op de muur, en die altijd en overal over haar roddelden en haar achter haar rug een kwezel noemden, een Farizeeër, een manwijf, want zelfs Amaranta, zij ruste in vrede, had luidkeels durven beweren dat zij er zo een was die geen verschil kende tussen het rectum en quatertemperdagen, lieve God, wat een woorden, maar zij had alles berustend gedragen omwille van de intenties van de Heilige Vader, al had ze het niet zo genomen toen die schurk van een José Arcadio Segundo zei dat het de ondergang van de familie had betekend dat ze de deur hadden geopend voor een kakmadam van de hoogvlakte, stel je voor, een kakmadam die de broek aan wou hebben, Godbeware, een dochter voor een slecht ras, van het soort dat door de regering werd gestuurd om arbeiders uit te moorden, toe maar, en toen had hij het over niemand anders dan over haar, een petekind van de Hertog van Alva, een dame met zo’n lange stamboom dat de echtgenoten van presidenten zich opvraten van nijd, een dame van volbloed adel als zij, die het recht bezat om te tekenen met elf achternamen van zuiver Iberische oorsprong en die in dit dorp van bastaards de enige sterveling was die geen kop als vuur kreeg voor een bestek van zestien delen, zodat haar echtbreker van een man ook niet hoefde te lachen dat al die lepels en vorken en al die grote en kleine messen niet bestemd waren voor gewone christenmensen maar voor duizendpoten, want per slot van rekening was zij de enige die met haar ogen dicht kon zeggen wanneer de witte wijn geserveerd werd en aan elke want en in welk glad en wanneer de rode wijn geserveerd wed en aan welke kant en in welk glas en dat was wel wat anders dan die boerentrien van een Amaranta, zij ruste in vrede, die geloofde dat witte wijn overdag geschonken werd en rode wijn ’s avonds en zij was trouwens ook de enige in dit hele kustgebied die zich erop kon beroemen dat ze har behoeften altijd op een gouden nachtspiegel had gedaan, maar daarom hoefde kolonel Aurliano Buendía, hij ruste in vrede, het nog niet te wagen om met zijn bijtende vrijmetselaarsgal te informeren waaraan ze dat voorrecht te danken had, tenzij het kwam omdat ze geen poep scheet maar astromelia’s, stel je voor, met diezelfde woorden, en Renata, haar eigen dochter, die zo onbeschaamd was geweest om in de slaapkamer haar excrementen te bekijken, hoefde dan ook niet te antwoorden dat de nachtspiegel inderdaad heel erg heraldiek en heel erg van goud was, maar dat er niets anders dan louter poep in zat, lichamelijke poep, nog viezer dan andere poep omdat het poep was van een kakmadam, stel je voor, haar bloedeigen dochter, zodat ze zich nooit illusies had gemaakt over de rest van de familie maar in elk geval wel het recht had om wat meer waardering te verwachten van de kant van haar man, want of hij dat wilde of niet, hij was door het sacrament in de echt verbonden, hij had het huwelijk voltrokken en hij was nu haar wettig beschermer die uit eigen vrije wil de zware verantwoording op zich had geladen om haar weg te halen uit haar adellijk geboortehuis, waar het haar nooit aan iets had ontbroken en waar ze zich over niets had hoeven beklagen, waar ze louter uit genoegen en als tijdverdrijf rouwpalmen had geweefd aangezien haar peetvader haar eens een brief had gestuurd met zijn handtekening erop en met de afdruk van zijn zegelring in de lak, alleen maar om haar te laten weten dat de handen van zijn petekind niet geschapen waren voor de ijdelheden van deze wereld, afgezien dan van klavecimbel spelen, en toch, ondanks al die waarschuwingen en vermaningen, had haar onzinnige echtgenoot haar uit haar huis gesleept en meegenomen naar deze helse kookpot waar je niet kon ademen van de hitte en nog voordat ze met Pinksteren al haar onthoudingsdagen achter de rug had gehad, was hij er al met zijn rondzwalkende koffers en zijn flodderaccordeon vandoor gegaan om in echtbreuk te zwelgen met een laagstaand schepsel bij wie je alleen maar hoefde te kijken naar haar billen, goed, dat woord was er nu eenmaal uit, bij wie je alleen maar hoefde te zien hoe ze met haar billen draaide als een jong veulen om te begrijpen wat dat er voor een was, dat dat er een was die, die, nou ja, heel anders dan zij, want zij bleef altijd een dame, in paleis of in een varkensstal, aan tafel of in bed, een dame van geboorte die God vreesde en Zijn wetten gehoorzaamde en zich onderwierp aan Zijn bedoelingen en met wie hij natuurlijk niet dezelfde acrobatische toeren en dezelfde landlopersfoefjes kon uithalen als met die ander, die zich natuurlijk voor alles leende, net als de Franse dames, en dat was dan nog een haartje erger, als je er goed over nadacht, want die hoeren waren tenminste nog zo eerlijk om een rode lamp boven hun deur te hangen, al die smeerlapperijen, stel je voor, dat ontbrak er nog maar aan, als hij ze wilde uithalen met de enige en teerminnende dochter van doña Renata Argote en don Fernando del Carpio en dan vooral een dochter van de laatste, een heilig mens, een van de grootste christenen, Ridder van de Orde van het Heilige Graf, een van degenen die van God rechtstreeks het voorrecht verkrijgen om ongerept te blijven in hun graf, met een huid die glad blijft als bruidssatijn en met ogen die blijven leven en schitteren als smaragden.

Uit: Gabriel García Márquez – Honderd jaar eenzaamheid, vertaling C.A.G. van den Broek, 35e druk 1992, Meulenhof Editie

woensdag 11 oktober 2023

Wageningen

Eigenlijk wilden mevrouw Frits en ik donderdagavond naar Wageningen. In Theater Junushoff zou de Amerikaanse band Over The Rhine optreden. Deze band vormt zich rond het echtpaar Karin Bergquist en Linford Detweiler - ze hebben een kleine maar trouwe fan-schare in Nederland.
Maar helaas. Dat akelige covid-virus doet hun de das om. Het optreden is verplaatst naar volgend jaar. Ds we moeten de jaarwisseling afwachten.
Die rot-corona. Maar ja, all my favourite people are broken. Ook de bandleden van Over The Rhine.



dinsdag 10 oktober 2023

Tjerk Westerterp overleden

Oud-minister Tjerk Westerterp is overleden. Hij was in het kabinet-Den Uyl minister van Verkeer en Waterstaat en in het kabinet-Biesheuvel staatssecretaris voor Europese zaken. Daarvoor was hij Tweede Kamerlid en lid van het Europees Parlement voor de KVP.
Hij is 92 jaar geworden.
Ik ken Westerterp vooral als schrijver. In 2003 publiceerde hij met Kay van de Linde een politieke roman onder de titel Het geheime dagboek van Premier Pim. Beide mannen waren in 2002 betrokken bij de politieke partij Leefbaar Nederland en maakten het vertrek van Fortuyn bij deze club mee.
Het is een fictief boek, waarin zogenaamde dagboekaantekeningen staan van Pim Fortuyn, alsof hij niet is omgekomen door die akelige moord en alsnog de minister-president van Nederland is geworden. Het boek eindigt 15 oktober 2002. Dat was de dag dat in het echte leven prins Claus werd bijgezet in de Grafkelder van Oranje-Nassau in Delft.
Die avond belegde premier Balkenende, die toen de regeringsleider was, een extra ministerraad. Een dag later dienden de LPF-ministers Herman Heinsbroek (Economische Zaken) en Eduard Bomhoff (Volksgezondheid en vice-premier) hun ontslag in. Waarmee het kabinet na 87 dagen viel - het kortstzittende kabinet na de Tweede Wereldoorlog.



zaterdag 7 oktober 2023

Oorlog

Altijd weer die oorlog. Ik ben er zelf vaak mee bezig. Met een boekenkast vol met boeken over de Tweede Wereldoorlog. Het is een onderwerp waar ik me mee bezig houd. Dat het in het nieuws ook nog altijd over die oorlog gaat, 'doet me deugd'. Natuurlijk niet, maar ik vind het onderwerp fascinerend.
Flip Maarschalkerweerd, mooie naam overigens, schreef het boek De Achterblijvers, over hoe het hofpersoneel werkzaam bleef in de paleizen na de vlucht van koningin Wilhelmina. In een voetnoot liet Maarschalkerweerd weten dat het originele lidmaatschapskaart van prins Bernhard bij de NSDAP in zijn persoonlijke archief was gevonden.
De jonge Bernhard is lid geweest van de nazi-partij. Terwijl hij tegen Jan Tromp en Pieter Broertjes met de hand op de Bijbel zwoer dat hij nooit lid was geweest van Hitlers partij. En hoe zit het ook alweer met die vermeende brief van Bernhard, waarin hij aan de Fuhrer voorstelde om bij een Duitse overwinning stadhouder te willen worden van de Lage Landen? Dat briefje is nooit gevonden.
Een paar weken geleden kwam de voorzitter van het Canadese Lagerhuis, Anthony Rota, in verlegenheid. Hij liet tot tweemaal toe applaudisseren voor 98-jarige Oekraïense Canadees Jaroslav Hoenka, die een vrijheidsstrijder zou zijn geweest. Maar Hoenka was tijdens de oorlog lid was van een Oekraïense divisie van de Waffen-SS die bij de genocide op de Joden door het Duitse naziregime betrokken is geweest. 
Door dit bericht ben ik weer terug naar anderhalf jaar geleden. Ik lag met corona thuis, en had alle tijd om de invasie van Poetin in Oekraïne te volgen. De tsaar wilde zijn voormalige deelrepubliek de-nazificeren. Het is een kunst om je eigen leugens als waarheid te verkondigen.
Enfin.
Ik las toen nogmaals het boek Verloren van Daniel Mendelsohn. Het gaat over de vraag wat er met zijn oudoom Sjmiël en zijn gezin is gebeurd tijdens de oorlog in dit Oost-Europese land. In het boek komen de gruwelijkste details aan de orde, niets wordt de lezer bespaard gebleven. Oorlog haalt het slechtste in mensen naar boven.
En dan nog dat bericht over een projectie op het Anne Frank Huis. Over dat Anne Frank de balpen heeft uitgevonden. De balpen-mythe is voer voor rechts-extremisten, die hier bewijs in zien dat het dagboek nep zou zijn, omdat de balpen pas na de Tweede Wereldoorlog in Nederland geïntroduceerd werd.
Een complottheorie die deze Pools-Canadese man nodig vond om weer eens wereldkundig te maken. Waarna hij door de rechter is veroordeeld - ook deze vorm van antisemitisme is in Nederland niet aanvaardbaar.
Altijd die oorlog. Het houdt mij bezig. En anderen net zo.

donderdag 5 oktober 2023

Nobelprijs

De Nobelprijs voor de Literatuur gaat dit jaar naar de Noorse auteur Jon Fosse. De jury prijst de 64-jarige Noor "voor zijn vernieuwende toneelstukken en proza die stem geven aan het onzegbare".
De Nobelprijs voor de Literatuur volg ik al jaren zijdelings. Maar sinds de uitverkiezing van Bob Dylan als laureaat volg ik deze Nobelprijs extra. Soms ken ik de 'winnaars', vaker niet. Net als deze Noorse auteur.
Maar zo'n prijs is ook een aanleiding om je te verdiepen in iemands werk.

dinsdag 3 oktober 2023

Kronieken #1 | Thuishavensamba

Cornelis Vreeswijk was een Nederlandse singer-songwriter. In Nederland is hij vooral bekend geworden met De Nozem en de Non, maar zijn grootste successen behaalde hij in Zweden. Daar woonde hij sinds zijn jeugd, nadat het gezin Vreeswijk daar naar toe was verhuisd. Toen pa en moe weer terugkeerden naar de Lage Landen, bleef Cornelis in Zweden wonen.
Zanger Piter Wilkens vertaalde liedjes van Vreeswijk naar het Fries. Waaronder de Thuishavensamba. Dat heet in de Friese taal de Thúshavensamba. Het begin is als volgt:

Weet je nog dat schilderij
de achterkant naar het zuiden
het maakt me droevig, het maakt me blij
het herinnert me aan IJmuiden

Ik moest er aan denken door een artikel in het Nederlands Dagblad van vandaag. Over hoogovens in deze havenplaats. Het herinnert me aan IJmuiden.


Bob Geldof zal zich IJmuiden vast niet herinneren. Ik stel me voor dat hij nog wel dagelijks terugdenkt aan die zomerdag van 1985. In twee stadions werd Live Aid gehouden, een benefiet-optreden om geld in te zamelen voor hongerend Afrika. Twee stadions: het JFK Stadium in Philadelphia en het Londense Wembley.
Het is onderwep voor een musical, die volgend jaar ten tonele verschijnt.
De optredens werden verzorgd door de populairste artiesten van dat moment. Wie naar de gastenlijst kijkt, ziet dat veel artiesten inmiddels in de vergetelheid zijn geraakt. Hoewel andere muzikanten de status van onsterfelijk hebben bereikt. Maar dat is aan (muziek-)historici om verder te beoordelen.
Dit concert op twee werelddelen vormde ook de aanzet voor Farm Aid, een benefiet voor de Amerikaanse boeren die onder hoge lasten gebukt gingen. Dat festival is een terugkerend gebeuren, waar Bob Dylan onlangs weer aanwezig was.
IJmuiden. Havenstad. Uitzicht op wat voorbij de horizon ligt. Is dat letterlijk? Of moeten we dat figuurlijk opvatten? Geen idee, want waarom zou je daar een tegenstelling in willen zien?

zondag 1 oktober 2023

Gezinsverpakking

De familie Chabot is verantwoordelijk voor het Boekenweekgeschenk van 2024. Alle leden van de familie Chabot - vader en moeder Bart en Yolanda en de vier zonen Sebastiaan, Maurits, Splinter en Storm - leveren een bijdrage. 
Het thema van de Boekenweek is 'Bij ons in de familie'; de titel van het boek van de Chabots heet Gezinsverpakking. Het maakt me wel nieuwsgierig. Vader Bartholomeus Antonius Wilhelmus Chabot heeft al eens eerder over zijn familie geschreven, over het gezin waar hij in is opgegroeid.
In Mijn vaders hand en Hartritme rekent Bart genadeloos af met vooral zijn vader, hoewel zijn moeder weliswaar genuanceerder wordt neergezet, maar ook niet zonder zonde. Beide boeken heb ik gelezen tijdens een weekend in Westmalle. Ik was vooral benieuwd naar Hartritme, waarin Chabot vertelt over zijn vriendschap met schrijver Martin Bril.
Enfin.
Een co-productie van de Chabot. Over familie. Het is altijd interessant als (bekende) mensen een blik werpen in hun privé-leven. Als ze dat via de literatuur, of via literaire non-fictie doen, lees ik het graag. Om de verhalen, maar vooral om het taalgebruik.
En daar is Bart goed in. Mooi taalgebruik.