Sinds anderhalf jaar zit ik op een literatuurkring. We zoeken voor de eerstvolgende bijeenkomst een 'zomerboek'. Een eenvoudig boek, nadat we ons eerst door Het lied van ooievaar en dromedaris, het grote boek van Anjet Daanje, hadden geworsteld.
Ik denk er aan om De Tranen Van Kuif Den Dolder te nomineren. Het is de debuutroman van Nico Dijkshoorn. In een soort documentaire-stijl beschrijft Dijkshoorn de carrière van een voetballer, die nooit is doorgebroken. Ondanks dat hij een groter talent was dan Cruijff.
Het is Dijkshoorn: ironisch, maar ook ontroerend. Naarmate het boek vordert, wordt steeds duidelijker dat van een loopbaan helemaal geen sprake is geweest en dat de legendarische status van de hoofdpersoon berust op mythevorming in zijn dorp.
Nu afwachten wat de andere literatuur-liefhebbers van de suggestie vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten