Gisteren was het 30 april. Die dag in 1945 benam Adolf Hitler zichzelf van zijn leven, net als Eva Braun. Met haar was de Führer een dag eerder in het huwelijk getreden. In zijn eigen bunker, want het Derde Rijk was al behoorlijk aan het ineenstorten.
Behalve politicus, staatsman en schilder, was Hitler ook schrijver. De Oostenrijker schrijft Mein Kampf (Mijn Strijd) in de gevangenis, waar hij een straf uitzit voor een mislukte staatsgreep in 1923.
In Mein Kampf schrijft Hitler over zijn ideologie en presenteert hij zich als leider van extreemrechts. Hij beschrijft zijn leven en vertelt over zijn jeugd, zijn ‘bekering’ tot antisemiet (iemand die Joden haat) en zijn tijd als soldaat in de Eerste Wereldoorlog.
Hij gaat tekeer tegen het Verdrag van Versailles en de herstelbetalingen die Duitsland vanwege het verdrag moet doen. Hij gelooft niet in de parlementaire democratie. Ook staat Mein Kampf vol met racistische ideeën en haat tegen Joden en communisten.
Hitler schrijft in Mein Kampf veel over de toekomst van Duitsland. Hij wil meer grondgebied voor Duitsland in Oost-Europa en hij wil de Joden uit Duitsland weg hebben, omdat ze volgens hem het voortbestaan van het Duitse volk bedreigen. In Mein Kampf staan niet de plannen voor de latere massamoord tijdens de Tweede Wereldoorlog (de Holocaust), maar het laat wel zien dat zijn Jodenhaat al vroeg bestaat.
Het boek is een verboden boek, je mag het niet kopen. Tenzij je de wetenschappelijke editie koopt, waarin behalve de tekst van Mein Kampf ook commentaar en context worden gegeven. In 2018 verscheen een Nederlandse versie van de wetenschaps-editie van Mijn Strijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten