donderdag 1 augustus 2024

Achterhuis

Het snikt in me: ‘Zie je wel, dat is er van je terecht gekomen: slechte meningen, spottende en verstoorde gezichten, mensen die je antipathiek vinden en dat alles omdat je niet naar de goede raad van je eigen goede helft luistert. Ach, ik zou wel willen luisteren, maar het gaat niet; als ik stil en ernstig ben, denkt iedereen dat het een nieuwe komedie is, en dan moet ik me wel met een grapje er uit redden, om nog maar niet eens te spreken van mijn eigen familie, die beslist denkt dat ik ziek ben, me hoofdpijnpillen en zenuwtabletten laat slikken, me hals en voorhoofd voelt of ik koorts heb, naar mijn ontlasting vraagt en mijn slechte bui becritiseert. Dat houd ik niet vol: als er zo op me gelet wordt, word ik eerst snibbig, dan verdrietig en ten slotte draai ik mijn hart weer om, draai het slechte naar buiten, het goede naar binnen en zoek aldoor naar een middel om te worden, zoals ik zo erg graag zou willen zijn en zoals ik zou kunnen zijn, als ... er geén andere mensen in de wereld zouden wonen. Je Anne.

--

Het zijn de laatste woorden die Anne Frank noteerde in haar dagboek. Dat wist zij op dat moment niet. Drie dagen later stond een overvalwagen klaar om de onderduikers uit het achterhuis mee te nemen.
Wie het dagboek leest, doet dat mede vanuit de wetenschap dat het ergste nog moest konen, waarschijnlijk. Twee jaar onderduiken is al geen pretje, zeker niet voor een puber. Maar wie het overleeft, zal het later in perspectief kunnen plaatsen.
Anne Frank niet. Evenmin haar moeder Edith, zus Margot, Hermann von Pels, Auguste von Pels, Peter van Pels en Fritz Pfeffer. Tijdens de oorlog kwamen zij om in de kampen, al dan niet direct in een kamp zelf. Zo overleed Peter tijdens een dodenmars.
Anne was bezig om haar dagboek om te werken tot een soort roman. Dat deed ze na een oproep van Cultuur-minister Bolkestein, In een toespraak op Radio Oranje in maart 1944, riep hij alle Nederlanders op om geschreven getuigenissen als brieven en dagboeken van de bezettingstijd te bewaren, deze zouden na de bevrijding worden ingezameld om deze moeilijke periode te documenteren.
Vanuit het achterhuis gaf Anne gehoor aan deze oproep en werkte ze haar dagboek om. Ze was in haar omwerking nog niet zo ver dat de laatste aantekeningen ook al voor publicatie geschikt waren; naast omwerken hield ze ook haar 'echte' dagboek bij.
Drie dagen na deze notitie werden de onderduikers opgepakt. Alleen Otto Frank, vader van Margot en Anne en de echtgenote van Edith, overleefde de Holocaust.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten